‘Picidae’ is de wetenschappelijke naam voor de vogelsoort ‘spechten’ die met hun scherpe snavels insecten uit de boomstammen lospeuteren om ze daarna op te eten. U zult zich misschien afvragen waarom we u dit stukje biologieles geven in de introductie van een plaatrecensie. Welnu ‘Picidae’ is namelijk ook de naam van een duo muzikanten uit Kristiansand, Noorwegen bestaande uit Sigrun Tara Øverland en Eirik Dørsdal die al sinds 2005 samen optreden. Zij hebben ons hun nieuwste album “A Stray Labyrinth” toegestuurd om er onze evaluatie op los te laten. Het is de opvolger van hun debuutalbum “It’s Another Wor d” uit 2016 (de ‘l’ werd bewust uit ‘world’ gelaten) en de daaraan voorafgaande EP “yesmakemedream”.

Op die nieuwe plaat werden elf folkliedjes opgenomen die allemaal gecomponeerd werden door zangeres Sigrun Tara Øverland en die door het duo van moderne doch sobere arrangementen werden voorzien. Er werd ook al een eerste single vooruitgestuurd aan de release van de full-cd met het nummer “I Saw Her Mum With A Cherry Blossom” dat u op de tweede audiovideo kunt beluisteren. De eerste audiovideo laat u kennismaken met de albumtiteltrack “A Stray Labyrinth” die ‘Picidae’ heeft opgenomen met een heus symfonisch orkest ‘The Artic Philharmonic’ uit Noorwegen.

Sigrun Tara Øverland zingt alle nummers met haar loepzuivere stem en ze speelt daarbij op lier, autoharp, gitaren, dulcimer en het Japanse instrument taishögoto, een soort van sitar. Eirik Dørsdal speelt op trompet, bas, orgel, synthesizer en calimba en hij verzorgt op sommige tracks de backing vocals. Er zijn ook enkele Noorse gastmuzikanten uitgenodigd voor de plaatopname met co-producer Morten Martens op baritongitaar bij de song “A Softer Fall” en Jo Berger Myhre op contrabas bij vijf tracks op dit album.

Het gebruik van oude snaarinstrumenten zoals de lier, dulcimer en sitar zorgen in combinatie met een vaak op de voorgrond tredende trompet voor een heel specifiek en uniek geluid bij de opname van de songs op “A Stray Labyrinth”. Diverse invloeden vanuit de jazzmuziek zijn ook duidelijk hoorbaar in deze overwegend poëtische folk- en popliedjes. Nog niet eerder in deze albumrecensie vermelde nummers die ons toch ook nog wel konden bekoren zijn “Crystal Rosa”, “Storm”, “Monstrophy” en slotsong “Back To My Savannah”.

(valsam)